Jezus leeft
Jezus leeft — en wat dat vandaag betekent
Veel mensen kennen Jezus als de man uit Galilea: de genezer, de leraar, de gekruisigde. Maar Jezus leeft — niet slechts als herinnering, maar als de verhoogde Heer, die nu aan de rechterhand van de Vader zit (Hebreeën 1:3). Zijn werk aan het kruis is volbracht, maar Zijn bediening is niet voorbij.
Wat doet Jezus nu?
Nu Hij leeft, is Jezus onze Hogepriester (Hebreeën 7:25).
Hij bidt voor ons, pleit voor ons, en onderhoudt onze relatie met de Vader. Hij is de brug die nooit meer breekt. Elke keer dat wij struikelen of falen, zegt Hij:
“Ik heb voor hem, voor haar, betaald. Laat genade regeren.”
Hij is ook onze Koning. Zijn heerschappij is reëel, al is ze (nog) niet zichtbaar in volheid. Hij regeert in de harten van wie Hem toebehoren, en bouwt Zijn Koninkrijk — niet met zwaarden, maar met waarheid, vrede en liefde.
Wat betekent het om in Christus te zijn?
“In Christus” zijn betekent dat je niet langer vanuit jezelf leeft, maar vanuit Zijn leven.
Je identiteit, je waarde, je toekomst — alles rust in Hem.
“Als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping” (2 Korintiërs 5:17).
Dat betekent: je bent niet alleen gered van iets (zonde en dood), maar geroepen tot iets — om Zijn leven in jou te dragen. Je bent als een tak die leeft omdat hij verbonden is met de wijnstok (Johannes 15). Zijn kracht stroomt in jou, niet door eigen prestatie, maar door verbondenheid.
Leven in de tegenwoordigheid van God
In Christus leven betekent: leven in Gods tegenwoordigheid, niet als bezoeker, maar als kind in huis.
Dat besef verandert alles. Zijn nabijheid is niet beperkt tot gebed of aanbidding; het is een voortdurende werkelijkheid. Zijn Geest woont in je (1 Korintiërs 3:16). Wanneer je werkt, rust, twijfelt of bidt — Hij is daar.
Leven in Zijn tegenwoordigheid is leren luisteren, ademen en bewegen met Hem. Het is niet dat je voortdurend iets moet doen om dicht bij God te zijn; je hoeft alleen te beseffen dat Hij al dichtbij is.
Hij is de naam boven alle namen.
Iedereen kent die momenten: gedachten van angst, trots, twijfel of verleiding die luider klinken dan Zijn stem. Paulus noemt dat “hoogten die zich verheffen tegen de kennis van God” (2 Korintiërs 10:5).
Wat doe je dan?
1. Herken het. Noem het eerlijk: “Heer, dit voelt groter dan U.”
2. Breng het bij Hem. Niet in schaamte, maar in overgave. Zeg: “Jezus, ik geef U deze gedachte, dit gevoel, dit verlangen.”
3. Herinner je wie Hij is. Alles wat zich verheft, verliest zijn kracht als je Hem weer op Zijn troon ziet.
Wanneer jij kleiner wordt en Hij groter, komt er vrede. Niet omdat jij sterk bent, maar omdat Hij leeft — in jou, door jou, voor eeuwig.

Jezus is HEER.
Jezus is niet slechts een figuur uit het verleden; Hij is de levende Heer van het heden.
Hij bidt voor je, leidt je, vormt je, en vult je met Zijn Geest.
“In Hem blijven” is niet een opdracht om harder je best te doen, maar een uitnodiging om te rusten in wat Hij al volbracht heeft.
En als iets in jou probeert zich boven Hem te verheffen — kijk dan omhoog.
Zijn troon staat vast, Zijn liefde verandert niet, en Zijn leven in jou is sterker dan alles wat tegen Hem opstaat.